Zoeken

Introductie in de geografie van het oude Egypte

Egypte is een groot land dat bestaat uit woestijnen en het gedeelte waar de Nijl stroomt. Door de eeuwen heen hebben de Egyptenaren goed gebruik gemaakt van de Nijl, waardoor landbouw en leven mogelijk was.

Deze pagina geeft uitleg over de geografie van het (oude) Egypte. Over de diverse termen die van belang zijn.

piramide en de grote sfinx
De Grote Piramide en de grote Sfinx, door David Roberts geschilderd. Afbeelding gemaakt door Berger Collectie: id #154 (Denver-Calorado) (Public Domain Mark 1.0).

Begrippen en terminologie

In dit gedeelte wordt er wat uitgelegd over de termen en begrippen ten tijde van het oude Egypte.

Zwarte land vs rode land

De Egyptenaren maakten onderscheid tussen het vruchtbare deel van Egypte, in de buurt van de Nijl en de woestijnen. Egypte werd door de oude Egyptenaren genoemd Kemet of het "Zwarte land". Het zwarte land sloeg op de aarde, modder of slib dat achter bleef als de Nijl was overstroomd. Deze zwarte aarde was vruchtbaar en dankzij de Nijl was er landbouw mogelijk. De plek waar geen landbouw mogelijk was werd Desjeret genoemd of "Rode land".

Hiërogliefen Omschrijving
Hiërogliefen
Kemet
"Kemet" betekent "het zwarte land". [1] De naam is afgeleid van het woord "Kem" wat "zwart" betekend. De hiërogliefen (km-t) worden afgesloten met een determinatief voor stad.
Hiërogliefen
Desjeret
"Desjeret" betekent "het rode land". [2] De naam is afgeleid van "Desjer" wat rood betekend. De hiërogliefen (d-sj-r-t) worden afgesloten met een teken met drie heuvels. Dit betekent dat het om een land gaat.

De twee landen

In diverse teksten wordt Egypte genoemd "de twee landen". Het slaat op Neder-Egypte en Opper-Egypte. Een farao werd genoemd: neb-tawy of "heer van de twee landen".

Hiërogliefen Omschrijving
Hiërogliefen
Tawy
"Tawy" betekent "Twee landen" [3].Het woord "Ta" betekend "land". Maar er staan twee tekens van "ta" erin, dus dan wordt er ".wy" an toegevoegd omdat het een mannelijk woord is. Dit maakt "Tawy".
Hiërogliefen
Mehoe
"Mehoe" betekent "Neder-Egypte". [4]. Het woord Mehoe is afgeleid voor het woord van noorden: "Meh". Achter het woord staat een determinatief van een papyrusplant. Ook een symbool van het noorden. Als hier een ander determinatief had gestaan, dan was de betekenis anders.
Hiërogliefen
Sjemaoe
"Sjemaoe" betekent: "Opper-Egypte". [5]. Het woord Sjemoe is afgeleid voor het woord van zuiden: "Sjema".

Administratieve verdeling

Ver voor de 1e dynastie van Egypte (3150 v.Chr.) was Egypte verdeeld in stadstaten met hun eigen stamhoofd. Ze hadden hun god(in) en deze werd afgebeeld op een standaard. Na de eenwording van Egypte, bleef deze indeling in districten behouden en werd ontwikkeld in het Oude Rijk.

Zo'n district werd genoemd Sepat. Aan de hoofd van zo'n district stond een Hatia wat overeenkomt met een burgemeester. Deze had leiding over de steden, handel en beheer van de necropolissen. De latere Griekse overheersers hadden het over Nomoi (meervoud Nomos ), hun naam voor district. En aan het hoofd stond een Nomarch.

Hiërogliefen Omschrijving
Hiërogliefen
Sepat
Het woord "Sepat" betekent "District".[6] Het is een woord is enkelvoud. Bij de meervoud versie werd er een ".we" of "oe" tussen geplakt. Zo heten meerdere districten bij elkaar: "Sepaoet" of "Sepawet".
Hiërogliefen
Hatia
"Hatia" betekent "Districtsvorst of Burgemeester". [7]. In het Oude Rijk werd stond de leider bekend onder "Heri-tep-aa-sepat" (De grote leider van de gouw) maar in het Nieuwe Rijk werd het afgekort tot "Hatia".
tempel van Edfoe
Kapitolen van de tempel van Edfoe, door David Roberts geschilderd. Afbeelding gemaakt door Wellcome Images (CC BY 4.0).

Kaarten

Eén beeld zegt meer genoeg dan duizend woorden. Aldus een gezegde. Hier volgen de kaarten van de diverse gebieden van Egypte en Nubië Klik op een afbeelding om deze beeldvullend te zien.

Ga verder naar..

Bronnen en notities

  1. Paul Dickson, 'Dictionary of Middle Egyptian', pagina 94.
  2. Ibidem, pagina 37.
  3. Ibidem, pagina 131.
  4. Ibidem, pagina 252.
  5. Ibidem, pagina 126.
  6. Ibidem, pagina 214.
  7. Ibidem, pagina 53.